Huurcontract tijdelijke woonruimte beëindigd via WhatsApp

Huurcontract tijdelijke woonruimte beëindigd via WhatsApp

Huurcontract tijdelijke woonruimte beëindigd via WhatsApp

Tijdelijke verhuur van woonruimte blijft ook na inroeping van de Wet doorstroming huurmarkt in 2016 de gemoederen beroeren. Wij berichtten daarover al eerder. Onlangs wees de rechtbank Overijssel een opmerkelijk vonnis over tijdelijke woonruimteverhuur.

Huurder had een woning voor een jaar gehuurd. Daarna was de huurovereenkomst voor eenzelfde periode verlengd. Er was geen schriftelijk huurcontract en verhuurder en huurder hadden voornamelijk mondeling en via WhatsApp gecommuniceerd. Na het einde van de tweede huurperiode had de verhuurder bij de huurder per WhatsApp aangedrongen op vertrek. De huurder vertrok echter niet en pas maanden later vorderde verhuurder ontruiming van de woning.

De kantonrechter oordeelde dat sprake was van tijdelijke verhuur. Huurder kwam geen huurbescherming toe en de ontruiming werd toegewezen. Dit vonnis is opmerkelijk. Volgens de letter van artikel 7:271 lid 1 BW kan weliswaar woonruimte tijdelijk worden verhuurd zonder volle wettelijke huurbescherming bij een huurtermijn van twee jaar of korter. Echter, iedere huurverlenging leidt van rechtswege tot een huur voor onbepaalde tijd, met huurbescherming.

Er is echter ook een ‘rekkelijke’ stroming. Volgens deze stroming is de Wet doorstroming huurmarkt een aanvulling op de bestaande regels en praktijk. Dat betekent dat is toegestaan dat huurder en verhuurder vrij zijn om een huurverlenging voor een beperkte periode overeen te komen. Na ommekomst van de verlengde termijn eindigt de huurovereenkomst, tenzij de huurder het gebruik met goedvinden van de verhuurder voortzet.

De kantonrechter vonniste volgens de rekkelijke stroming. Hij oordeelde dat uit de WhatsApp-berichten van de verhuurder bleek dat geen sprake was van een huurverlenging voor onbepaalde tijd. Na de eerste huurperiode was de huur met een jaar verlengd. Die huurverlenging was opnieuw aan te merken als een tijdelijke huurovereenkomst. Omdat de verhuurder anderhalve maand voor het einde van die nieuwe termijn (via WhatsApp) aan de huurder had laten weten dat hij de huur niet wilde voortzetten, was het standpunt van de verhuurder voor de huurder duidelijk: einde huur. Van een voortzetting van de huur met goedkeuring van de verhuurder was volgens de kantonrechter dus geen sprake en de huur was geëindigd.

De kantonrechter overwoog voorts dat met het verzenden van de WhatsApps de verhuurder aan zijn wettelijke verplichting had voldaan om de huurder tijdig schriftelijk te wijzen dat de huur zou eindigen. De kantonrechter redeneert: een WhatsApp kan worden gelezen en is daarom te aan te merken als (digitale) schriftelijke informatie. Volgens de kantonrechter kan dus ook met een WhatsApp schriftelijk het einde van de huur worden aangezegd.